Cliënt had op enig moment seks met zijn vriendin, welke later aangaf in slaap te zijn geweest gedurende de seks waardoor toestemming voor de seks zou hebben ontbroken. Mr. Van der Klaauw bepleitte ter zitting vrijspraak voor zijn cliënt vanwege gebrek aan bewijs. De rechtbank heeft geoordeeld dat onvoldoende vast is komen te staan dat zij inderdaad in een toestand verkeerde waarin zij geen toestemming kon geven voor seks. Cliënt is vrijgesproken van artikel 243 Sr.
https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBNHO:2021:6006
Geef een antwoord